|
|
|
Zet een streepje bij de plaatsen/gebieden/wateren die je al wel kent.
|
|
Die je nog niet kent, schrijf je onder elkaar op een blaadje.
|
|
Neem de eerste 5 die je hebt opgeschreven. Begin met de eerste. Kijk goed naar de plek op de kaart. Je kunt vragen stellen zoals hiernaast.
|
|
Sluit nu je ogen en probeer de plaats in gedachten voor je te zien. Je maakt dus een eigen topokaart in je verbeelding of fantasie.
|
|
Ga op dezelfde manier door met de volgende.
|
|
Als je de eerste 5 hebt gehad, overhoor jezelf dan.
|
|
Alle 5 goed? Ga je door met de volgende 5. Nog foutjes? Bekijk alleen de foute nog even een keer.
|